Victor SonnaBébélé Zamba (2017-2024)

Zaalopname Victor Sonna, Bébélé Zamba (2017-2024). Foto Peter Cox, courtesy EENWERK.

Victor Sonna is een beeldend kunstenaar die woont en werkt in Nederland, maar oorspronkelijk afkomstig is uit Kameroen. Zijn artistieke praktijk is diepgeworteld in zijn persoonlijke ervaring met het leven tussen twee werelden: de spanning en gelaagdheid die voortkomt uit het verzoenen van zijn Afrikaanse afkomst met een leven in Europa. Deze culturele dualiteit is een terugkerend en centraal thema in zijn oeuvre, dat zich uitstrekt over schilderkunst, sculptuur en grootschalige installaties.

Recent is zijn werk onder meer tentoongesteld in een solopresentatie in het Van Abbemuseum (2020-2022) en op de Dak'Art Biënnale in 2022. Werken van Sonna maken deel uit van diverse internationale collecties, waaronder het Centraal Museum in Utrecht, het Van Abbemuseum in Eindhoven en meerdere particuliere verzamelingen wereldwijd.

Bébélé Zamba (2017-2024) 

Borduurwerk op doek (94 delen, ca. 60 x 90 cm elk), staal
Installatie met variabele afmetingen

Bébélé Zamba bestaat uit 94 geborduurde portretten van de moeder van de kunstenaar. De werken zijn gemonteerd op een stalen structuur die doet denken aan een navelstreng, een symbool voor de onbreekbare band tussen moeder en kind, ondanks fysieke en emotionele afstand. Sonna is geboren in Yaoundé (Kameroen) en woont inmiddels bijna dertig jaar in Nederland. Door onvoorziene omstandigheden is direct contact met zijn moeder niet langer mogelijk. Met Bébélé Zamba probeert hij opnieuw verbinding met haar te maken en hun relatie te onderzoeken.

De titel van het werk verwijst naar thema’s als onvoorwaardelijke ouderliefde, culturele afstand en een dynamische identiteit die zich altijd ontwikkeld. De portretten worden in zes hoofdstukken gepresenteerd, elk representatief voor een specifieke levensfase van de kunstenaar. Het aantal portretten per hoofdstuk verwijst naar zijn leeftijd in die periode, en maakt duidelijk hoe hun relatie zich door de tijd heeft ontwikkeld.

Hoofdstuk 1: MA KE MA YON MEMA (40 werken)
Vrij vertaald staat deze titel voor: “soms het contact verliezen met, maar altijd een hart hebben voor.” Sonna begon aan Bébélé Zamba op veertigjarige leeftijd, toen hij besefte dat hij en zijn moeder vreemden voor elkaar waren geworden. Dit hoofdstuk weerspiegeld de emotionele afstand die in de loop der jaren tussen hen is ontstaan.

Hoofdstuk 2: Y NDJOMISI O BELLE SONG (6 werken)
Met de titel “De terugkeer van wat verdrongen is,” verwijst dit hoofdstuk naar de periode vóór de dood van Sonna’s vader, een tijd van onschuld. De werken zijn helder van toon, met frisse kleuren en zwevende hoofden omgeven door licht, die zorgeloze momenten uit zijn kindertijd oproepen.

Hoofdstuk 3: ÉÉÉÉ PEPA (10 werken)
Deze titel betekent: “Mijn vader stierf op jonge leeftijd. Sinds zijn afwezigheid is niets gemakkelijk geweest.” In dit hoofdstuk verschijnen twee gezichten die elk een andere kant op kijken, een visuele metafoor voor Sonna’s gespleten identiteit. Het werk weerspiegelt ook de spanningen tussen de culturen van zijn ouders - de Ewondo- en de Bamileke-stam - hun talen, spirituele overtuigingen en de interne strijd binnen zijn familie. Ook laat het de dubbele rol zien van zijn moeder, die twee ouders moest zijn, en de uitdagingen die er waren, zoals het niet kunnen bijwonen van schoolactiviteiten van haar kinderen vanwege haar analfabetisme.

Hoofdstuk 4: IDOUG BIBI MAMA (10 werken)
Dit hoofdstuk getiteld “Alles wat je hebt is het resultaat van voortdurende opoffering en je inspanningen om een beter leven voor ons te creëren.”, speelt zich af rond het culte des crânes-ritueel dat de familie uitvoerde ter nagedachtenis aan Sonna’s vader. De werken tonen twee hoofden: een van zijn moeder en een van de gedachten die zij in stilte met zich meedraagt. Het hoofdstuk legt het religieuze en culturele spanningsveld tussen zijn moeders geloof en zijn vaders mysticisme bloot. Epoxyvlekken met botfragmenten symboliseren pogingen om deze onverenigbare verschillen te verzoenen. In vergelijking met de andere hoofdstukken voelt deze serie opvallend gespannen.

Hoofdstuk 5: E NI GUE NDIAM (13 werken)
“Niet alles wat anders is, is per se slecht of van minder waarde,” behandelt de culturele clash die Sonna sinds zijn dertiende ervaart. Gemanipuleerd door familieleden, en gevangen tussen de culturen van beide ouders, raakt hij steeds meer innerlijk verdeeld. Spookachtige “lijmwolken” verbeelden zijn gefragmenteerde identiteit en zijn verlangen naar eenheid.

Hoofdstuk 6: ME N'AZOMBO (15 werken, doorlopend)
Het hoofdstuk “Een leven zonder verhullingen of maskers voelt een stuk minder belast.” staat symbool voor emotionele volwassenheid en acceptatie. Zolang zijn moeder leeft, maakt Sonna jaarlijks een nieuw werk. De afgebeelde gezichten zijn rond, kleurrijk en opgewekt - symbolen van harmonie en innerlijk evenwicht, maar ook maskers die wijzen op een emotionele afstand. Het hoofdstuk weerspiegelt de voortdurende ontwikkeling van identiteit, gevormd door levensfasen, sociale omgevingen en persoonlijke groei.

Bébélé Zamba verbeeldt als geheel de complexe, fundamentele relatie tussen moeder en kind, en de manier waarop deze verandert onder invloed van tijd, migratie en herinnering. De installatie functioneert als een persoonlijk archief en als een universele reflectie op hoe identiteit, familie en verbondenheid zich door de tijd ontwikkelen. De stalen structuur verbindt fysiek én conceptueel het levensverhaal van de kunstenaar tot één doorlopend geheel, verankerd in de blijvende aanwezigheid van zijn moeder.

Bébélé Zamba werd geselecteerd door de Commissioning Committee en aangekocht via het Hartwig Art Production | Collection Fund. Het werk wordt geschonken aan de Nederlandse staat en zal onderdeel worden van de nationale kunstcollectie (‘Rijkscollectie’), beschikbaar voor musea en instellingen in binnen- en buitenland.